In Nederland kunnen we gewoon water uit de kraan drinken, maar in andere landen kan dat niet. Je zou denken dat dat komt doordat er in Nederland waterzuiveraars gebruikt worden, die bij Aquablu bijvoorbeeld verkocht worden. Maar eigenlijk zijn dit alleen waterzuiveraars die het water zodanig schoon krijgen dat planten en vissen er weer in kunnen leven; mensen drinken het niet op. Pas nadat planten en vissen erin hebben geleefd, kunnen we het overwegen als drinkwater. Toch is het een waardevol proces: waterzuiveraars imiteren eigenlijk het natuurlijke proces van waterzuivering, maar dan op een grotere schaal.
Een eerste zeef
De waterzuiveraars van Aquablu zorgen ervoor dat water dat via riolen naar de waterzuiveringsinstallatie is gekomen, terecht komt in een put met een soort zeef; grof vuil wordt zo afgescheiden van de rest van het water. Daarna worden ook vet en zand uit het water gehaald via ingewikkelde apparaten. Nu is het water dus ontdaan van alle grove rotzooi die er eerst in is gebracht. Maar dat is nog niet het hele verhaal.
Bacteriën
Daarna wordt het water namelijk weer meer tot leven gebracht: er worden micro-organismen in het water gebracht. Dit zijn mini-organismen, bacteriën eigenlijk, die zichzelf voeden met de overige restjes vervuiling in het rioolwater. Ook wordt er extra zuurstof gemengd met het water, zodat de bacteriën geactiveerd worden die de afvalresten in het water afbreken tot koolstofdioxide en water. Ook is er afwisselend wel of geen beluchting om nog andere stoffen te verwijderen die onwenselijk zijn.
Als laatste is stap is er iets wat ‘nabezinking’ wordt genoemd. Hierbij krijgt het slib de tijd om te zinken naar de bodem. Op de bodem zal een soort schraper het werk verrichten om alle slib naar een andere plek te leiden, terwijl het water elders wordt afgevoerd. Dit is al met al een zeer duurzaam proces, want het overschot aan slib kan bovendien gebruikt worden als grondstof voor energieproductie.